De Algemene Begraafplaats Crooswijk kent een groot aantal kunstwerken, die doorgaans in het teken van afscheid of verdriet staan. Het beeld van een man in een vallende houding staat bij vak P, een ereveld voor gesneuvelde militairen, Dit veld werd op 30 mei 1940 ingewijd, met op dat moment de graven van 110 Nederlandse militairen die waren gesneuveld bij de verdediging van Rotterdam. Later kwamen hier nog vijf graven bij.
In 1950 kreeg kunstenaar Cor van Kralingen (1908-1977) de opdracht van de Oorlogsgravenstichting om een passend beeld te maken voor het ereveld. Van Kralingen was een geboren Rotterdammer die oorspronkelijk onderwijzer zou worden, maar toch liever een studie ging volgen aan de Academie voor Beeldende Kunsten. Hij werkte bij een grafisch bedrijf in de stad en was vanaf 1935 illustrator van de Varagids en voor uitgeverij Thieme. Nog voor de oorlog begon hij als beeldhouwer te werken.
Na de oorlog maakte hij een flink aantal beelden in Rotterdam, waaronder verschillende oorlogsmonumenten. Hij ontwierp voor de Oorlogsgravenstichting De Vallende man, dat vervolgens in 1951 als een oorlogsmonument op de begraafplaats werd onthuld. De Vallende man staat symbool voor de degenen die in de strijd zijn gevallen. Het bronzen beeld is drie meter hoog en daardoor van ruime afstand zichtbaar. Cor van Kralingen maakte ook nog een kleinere variant, twee meter hoog, waarvan verschillende exemplaren op andere Nederlandse erevelden in binnen- en buitenland staan. Van Kralingen maakte later nog twee monumenten voor de Algemene Begraafplaats Crooswijk. In 1965 werd het beeld ‘Knielende vrouw met duif’ geplaatst en in 1969 een Januskop.
Alle namen van de gevallenen in vak P staan vermeld in het register van de Oorlogsgravenstichting.